Doelgroepvermindering eerste aanwerving

Doelgroepvermindering eerste aanwerving

topics

 

Een eerste aanwerving als werkgever is niet vanzelfsprekend. Om deze stappen voor de werkgever vlotter én betaalbaarder te maken, biedt de federale overheid sinds 2016 een doelgroepvermindering aan. Dat wil zeggen: wie voor het eerst iemand in dienst neemt, betaalt op het loon van die medewerker geen patronale basisbijdragen. Dat voordeel blijft in 2022 bestaan, al is dat wel in gewijzigde vorm. Hierbij een overzicht van de wijzigingen.

Het verminderingsbedrag voor de eerste aanwerving wordt begrensd
Tot nu toe kreeg je als nieuwe werkgever een volledige vrijstelling van de (basis)werkgeversbijdragen voor je eerste aanwerving. En dat voor de hele tewerkstellingsperiode, dus in principe voor onbepaalde duur. Ook vanaf 2022 blijft de looptijd onbeperkt, maar voor het steunbedrag komt er wel een plafond.
De vermindering wordt forfaitair en kan ten hoogste 4.000 euro per kwartaal bedragen bij volledige kwartaalprestaties. Met andere woorden: je geniet alleen op brutomaandlonen van ongeveer 5.330 euro of minder nog een volledige vrijstelling van de patronale basisbijdragen.

Verder voorziet de doelgroepvermindering (tijdelijke) RSZ-kortingen op het salaris van je tweede tot en met zesde aanwerving. Dit verandert niet. Je kunt als nieuwe werkgever vanaf 1 januari 2022 dus nog altijd een RSZ-vermindering krijgen van:

  • Max. 13.750 euro voor je tweede medewerker, verdeeld over 13 kwartalen;
  • Max. 11.250 euro voor je derde tot zesde medewerkers, ook gespreid over 13 kwartalen.

Wat als ik al een doelgroepvermindering voor mijn eerste medewerker toepaste?
Die kan na 31 december 2021 zeker blijven lopen, maar beperkt tot het nieuwe maximumbedrag van 4.000 euro per kwartaal. Voor de kortingen op je tweede, derde, vierde, vijfde en zesde aanwerving blijft alles bij het oude.

Geen rekening meer houden met bepaalde ‘tijdelijke’ medewerkers
Dé voorwaarde om voor een doelgroepvermindering ‘eerste werknemer’ in aanmerking te komen, is dat je een ‘nieuwe werkgever van een eerste werknemer’ bent. Dit wil zeggen dat je:

  • nooit eerder onderworpen bent geweest aan de sociale zekerheid voor werknemers; of
  • geen werknemers hebt tewerkgesteld in de 12 maanden vóór de aanwerving, tenzij enkele uitgesloten categorieën.

Die definitie blijft overeind, maar er komen extra uitsluitingen bij. Zo waren leerlingen, deeltijds leerplichtigen en gelegenheidswerknemers in de land- en tuinbouw al uitgesloten. Vanaf 2022 geldt die beperking ook voor gelegenheidswerknemers in de horeca en flexi-jobmedewerkers.

Wat verandert er nog?
Tot nu toe bestond er geen wettelijke definitie van een ‘technische bedrijfseenheid’ (TBE) in deze wetgeving, wat vaak aanleiding gaf tot discussie. De eerste werknemer mag immers geen werknemer vervangen die in de loop van de 12 maanden voor de indienstneming in dezelfde TBE werkzaam is geweest.
Vanaf 2022 geldt een aangepast begrip 'nieuwe werkgever', en zijn er specifieke definities van 'technische bedrijfseenheid' en 'vervanging van een werknemer'. Het hanteren van deze nieuwe begrippen moet oneigenlijk gebruik in de toekomst te vermijden, onder meer voor ondernemingen die deel uitmaken van een grotere TBE op het moment van indiensttreding van een nieuwe werknemer.

 

Ontvang relevante updates