Werk in onroerende staat - verlegging van de heffing

topics

 

Als een Belgisch bedrijf (in België gevestigde btw-plichtige) een werk in onroerende staat uitvoert, dan moet hij de btw-verleggingsregeling toepassen als de afnemer gehouden is tot het indienen van periodieke btw-aangiften. Afnemers die niet gehouden zijn aan periodieke btw-aangiftes (vrijgestelde ondernemingen) en dit BE nummer toch opgeven aan dat bedrijf, moeten in principe vermelden dat ze niet gehouden zijn om periodieke btw-aangiften in te dienen.

Om het bedrijf in kwestie toch rechtszekerheid te bieden in het geval die afnemer dit niet meldt, voorziet de nieuwe regeling dat dit bedrijf volgende vermelding op zijn factuur zet:

“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten. Behoudens samenspanning tussen de partijen, is de dienstverrichter ontslagen van de aansprakelijkheid ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde voorwaarde betreffende de hoedanigheid van de afnemer, wanneer de afnemer de factuur niet schriftelijk betwist.”

Volgens de wettekst is deze vermelding enkel verplicht als de klant niet gehouden is tot indiening van de periodieke btw-aangifte en dit niet laat weten aan zijn dienstverrichter. Maar in de praktijk is het dus aangeraden om die vermelding standaard op facturen te plaatsen.

Een ander belangrijk gevolg van de nieuwe regeling is dat deze verlegging van heffing nu ook moet worden toegepast als de afnemer een buitenlandse btw-plichtige is die in België rechtstreeks voor de btw is geregistreerd.

Deze wijzigingen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2023.

 

 

Ontvang relevante updates