Een greep uit de btw-wijzigingen 2022

Een greep uit de btw-wijzigingen 2022

topics

 

Gemeubelde logies
Vanaf 1 juli 2022 zal duidelijker worden omschreven wanneer er sprake is van het verschaffen van gemeubeld logies dat niet onder de btw-vrijstelling voor onroerende verhuur valt. Het zal moeten gaan om het verschaffen, voor een periode van minder dan drie maanden, van gemeubeld logies in hotels, motels en inrichtingen met een soortgelijke functie waar gewoonlijk aan betalende gasten onderdak wordt verleend voor een periode van minder dan drie maanden, tenzij die inrichtingen geen van de volgende nauw samenhangende diensten verrichten:

  • instaan voor het fysiek onthaal van de gasten;
  • de terbeschikkingstelling van huishoudlinnen en, wanneer het gemeubeld logies wordt verstrekt voor een periode van meer dan een week, de vervanging ervan tenminste eenmaal per week;
  • het dagelijks verschaffen van het ontbijt;
    door de exploitant van het logies of door een derde voor zijn rekening.

Daarnaast sluit de fiscus vanaf 1 januari 2022 het verschaffen van gemeubeld logies uit van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen, tenzij die logies verschaft worden door een natuurlijke persoon.

Btw-teruggaaf
Niet in België gevestigde btw-plichtigen kunnen de Belgische btw terugvragen die ze in het kader van hun btw-activiteiten oplopen. De wetgever heeft de procedures voor de buiten de EU gevestigde btw-plichtigen gelijkgeschakeld aan die welke van toepassing zijn voor de buiten België maar binnen de EU gevestigde btw-plichtigen.
Verder is ook gebleken dat de machtigingen die aan de Koning werden verleend met betrekking tot het regelen van btw-teruggaven in andere dan de voormelde gevallen, aangepast moesten worden. Zo worden de machtigingen voor het regelen van inhoudingen van btw-tegoeden preciezer geformuleerd.

Ouderdomsvereiste voor 6% btw op onderhoud, herstelling en renovatie privéwoningen
Onder strikte voorwaarden geldt in bepaalde gevallen een verlaagd btw-tarief voor onder meer onderhoud, herstelling en renovatie van privéwoningen. Eén van die voorwaarden betreft de ouderdom van het gebouw waaraan de werken worden uitgevoerd. Als de afnemer, vaak een particulier, dat verlaagd btw-tarief wil genieten, dan moet hij aan zijn leverancier een verklaring doen met betrekking tot de ouderdom van het gebouw. Maar tot 31 december 2021 werd die 'ouderdom' berekend in functie van het tijdstip waarop de btw opeisbaar wordt. En dat is voor particulieren een niet altijd even duidelijk begrip.

Daarom moet die ouderdom vanaf 1 januari 2022 berekend worden aan de hand van de datum van de factuur van de dienstverrichter. De ouderdom van tien of vijftien jaar wordt teruggerekend vanaf de datum van de eerste factuur met betrekking tot de handelingen die het voorwerp uitmaken van het contract (en dus van de werf volgens de memorie van toelichting) tussen de aannemer en zijn afnemer. Die berekeningswijze is vanaf 1 januari 2022 als volgt in de betreffende rubrieken opgenomen: de eerste ingebruikneming moet hebben plaatsgevonden in de loop van een kalenderjaar dat ten minste tien/vijftien jaar voorafgaat aan de eerste factuur met betrekking tot de betrokken handelingen.
Voorbeeld: voor de renovatie van een woning die op 17 november 2012 voor het eerst in gebruik wed genomen, reikt de aannemer zijn eerste factuur uit op 17 januari 2022. Op die datum is de woning nog geen tien jaar oud, maar ze is wel in gebruik genomen in het tiende jaar voorafgaand aan het jaar van de eerste ingebruikname.

Met de nieuwe formulering blijft dus ook de administratie tolerantie behouden dat de berekening van de ouderdom mag gebeuren op basis van kalenderjaren, en dat men die niet van dag tot dag moet maken.
Anderzijds betekent de nieuwe formulering dat als de eerste factuur wordt uitgereikt terwijl de ouderdomsvereiste niet is vervuld, en het verlaagd btw-tarief dus niet van toepassing is, dan kunnen de volgende facturen met betrekking tot hetzelfde contract evenmin het verlaagd btw-tarief genieten. Onder de oude regeling was het, omwille van de berekening op basis van het tijdstip van opeisbaarheid in plaats van de datum van de eerste factuur, wel mogelijk dat op de eerste factuur voor de onroerende handelingen 21% btw verschuldigd was en op een volgende factuur voor diezelfde handelingen maar 6%.

 

Oudere berichten
29/04/2024

-

accountancy & fiscaliteit

Ontvang relevante updates