Patrimoniumvennootschap kan (soms) ook kwalificeren als een 'familiale vennootschap'

topics

 

Het Hof van Beroep te Gent sprak zich recent uit over de kwalificatie van een patrimoniumvennootschap als een ‘familiale vennootschap’. Dat statuut heeft zijn belang in het kader van een vlotte (en voordelige) overdracht van vennootschappen naar de volgende generatie aan 0% (bij schenking) , 3% of 7% (bij successie) belasting.

De bedoeling van de wetgever is daarmee de opvolging in familiale vennootschappen te garanderen om zo ook de tewerkstellingsgraad in die vennootschappen te garanderen. Omdat het eigenlijk niet de bedoeling is dat loutere patrimoniumvennootschappen van dit voordeelstelsel kunnen genieten, voorziet de wet in een uitsluiting van vennootschappen die geen werkelijke ‘economische activiteit’ hebben. M.a.w. vennootschappen die er vooral op gericht zijn om een stukje vermogen af te schermen van het privévermogen van de aandeelhouders. Vanuit die insteek bevat de wet een aantal vermoedens van situaties waarin de vennootschap geacht wordt geen dergelijke economische activiteit te hebben. Dat is o.m. het geval wanneer de vennootschap veel vastgoed aanhoudt en weinig (of geen) personeel heeft.

Deze vermoedens zijn echter weerlegbaar, wat betekent dat de belastingplichtige kan aantonen dat er tóch sprake is van een economische activiteit in deze gevallen. Het Hof van Beroep aanvaardde daarbij recent dat een pure patrimoniumvennootschap toch een economische activiteit kan hebben, door het vastgoed dat zij aanhoudt actief te beheren (bv. verhuren). Dit opent belangrijke perspectieven voor een fiscaal vriendelijke overdracht van patrimoniumvennootschappen.

Het ziet er echter naar uit dat deze mogelijkheid in de toekomst politiek zou kunnen worden aangevochten. Naar verluidt wordt binnen de regering overwogen om wetgevend in te grijpen om deze optie dicht te fietsen.

Wens je er alsnog gebruik van te maken, dan contacteer je best zo snel mogelijk jouw dossierbeheerder!

 

Ontvang relevante updates